Als artiest ben je constant op zoek naar materialen die mooi te bewerken zijn, zonder hierbij het milieu uit het oog te verliezen.
De taguanoot of zoals hij lokaal wordt genoemd de "Cabezas" is hierbij een geschenk.

De taguapalm of ivoorboom groeit in de regenwouden van Equador, Colombia, Panama en Peru.
De taguapalm groeit langzaam en het kan wel 20 jaar duren voor het haar eerste vruchten produceert.
Het is de vrouwelijke palm die vruchten produceert. Het zijn grote harige vruchten die wel 10 kilo per stuk kunnen wegen.
De palmnoten dienen als vrucht-omhulsel voor een aantal kleinere zaden.
In het eerste stadium van haar groei bevatten zij een vloeistof die lijkt op het sap dat je ook in de kokosnoot terugvindt.
Geleidelijk wordt deze vloeistof dikker tot er een hard wit materiaal overblijft, dat vergelijkbaar is met dierlijk ivoor.
Als de palmnoten rijp zijn, breken ze open en vallen op de grond. Op dat moment worden ze verzameld en voor langere tijd gedroogd.
Dit droogproces kan soms wel een jaar duren.

De noten die ik verwerk worden door mij zelf geïmporteerd uit Equador bij een kleine lokale handelaar.
Doordat ik ervoor gekozen heb met deze noten te werken, is het mogelijk dit afvalproduct een nieuwe waarde te geven.
Natuurlijk ben ik niet de enige.
Het gebruik van deze noten, die eerst bleven liggen, heeft ertoe bijgedragen dat de taguapalm een economisch middel is geworden voor de lokale bevolking.
De ontwikkelingen zijn dusdanig dat herbeplanting van de taguapalm in kleinschalige projecten een goed middel is tegen ontbossing.
Er leven meer dan 50.000 families van deze palmen en noten.
De oogst van een palm per jaar is 20 - 25 kilo noten, dit is gelijk aan een slagtand van een olifant.
We weten allemaal wat hiervoor nodig is. Voor mij is de taguanoot een geschenk van de natuur en voor u een sieraad.